BEL 0900-0609, toets het nummer in van de door u gekozen consulent en bespreek direct uw probleem (90 ct/min)

Hoe kunnen kinderen op de scheiding reageren?

Een scheiding betekent voor uw kind het verlies van het vertrouwde gezin als thuisbasis. De vertrouwde wereld met daarin beide ouders stort in elkaar. Ook kunt u als ouders zo bezig zijn met het regelen en verwerken van de scheiding dat er weinig aandacht voor uw kind overblijft. Vaak verandert het hele bestaan van een kind bij scheiding: er is misschien minder geld, een verhuizing, verandering van school, spanningen in de familie of er is plotseling een stiefouder en de dagelijkse structuur verandert. Al deze gebeurtenissen betekenen verlies. Dit kan uw kind een groot gevoel van machteloosheid geven: de dingen overkomen hem zonder dat hij er iets aan kan doen.

Meest voorkomende reacties bij een kind na scheiding

  • Verdriet: bij een scheiding vinden er vaak veel veranderingen plaats, soms een verhuizing, het afscheid moeten nemen van vriendjes, een andere school, het missen van een huisdier. Dingen die altijd zo vertrouwd waren zijn er opeens niet meer, zoals het samen eten,  voor het slapen gaan even een verhaaltje, op bezoek bij opa en oma.
  • Boosheid: het kind kan het de ouders kwalijk nemen dat zij gaan scheiden. Het kind kan ook boos zijn wanneer hij ziet dat de ouders elkaar verdriet doen en neemt het de ene ouder soms ook meer kwalijk dan de andere ouder, omdat hij die meer ziet als de schuldige van de scheiding.
  • Jaloezie: een kind kan jaloers zijn op de nieuwe partner van de ouders. Of jaloers zijn omdat de kinderen van de nieuwe partner meer aandacht krijgen of dat hun privédomein, zoals een slaapkamer door hen gebruikt wordt.
  • Angst, eenzaamheid en het gevoel hebben in de steek gelaten te zijn: kinderen kunnen door de scheiding last hebben van verlatingsangst. Een ouder kan zomaar vertrekken met of zonder ruzie vooraf.
  • Hopen op een verzoening tussen de ouders.
  • Het hebben van een loyaliteitsconflict: het gevoel dat hij tussen de ouders moeten kiezen terwijl hij dat niet wil en ook niet kan.
  • Niet meer praten over zijn gevoelens.
  • Schuldgevoel: kinderen kunnen ten onrechte denken dat ze de oorzaak zijn van de scheiding; het is belangrijk voor het kind te weten dat zij niet de schuldige zijn.
  • Veranderend gedrag op school: stil en teruggetrokken of juist druk en lastig.
  • Schaamte: kinderen schamen zich snel voor de scheiding, ze willen dat het gewoon is. In de klas praten ze soms niet over hun situatie, hoewel ze weten dat sommige klasgenoten hetzelfde meemaken.

 

Mogelijke reacties van een kind op de scheiding per ontwikkelingsfase

De manier waarop een kind reageert op de scheiding is ook afhankelijk van zijn leeftijd en ontwikkelingsfase. Hieronder staan de mogelijke reacties van een kind op de scheiding per ontwikkelingsfase weergegeven.

Baby’s

  • De stemming van de verzorgende ouder overnemen (verdriet of boosheid).
  • Veel huilen, slecht slapen en voedingsproblemen.
  • Terugtrekken uit het contact, stilletjes worden, proberen zo snel mogelijk van alles ‘zelf’ op te lossen, zoals zelf de fles vasthouden of erg vroeg beginnen te kruipen.

 

Peuters en kleuters

  • Slecht slapen of eten.
  • Lichamelijke klachten zoals buikpijn of misselijkheid.
  • Terugval in ontwikkeling zoals weer in bed plassen of gaan duimzuigen.
  • Angst om alleen gelaten te worden. Erg aan de ouders hangen en veel aandacht vragen.
  • Denken dat de scheiding zijn schuld is. Extra lief zijn in de hoop dat de ouders weer bij elkaar komen.

 

Jongere basisschoolleerlingen

  • Zich schuldig voelen over de scheiding.
  • Kritiek op de andere ouder op zichzelf betrekken.
  • Verdrietig zijn.
  • Hopen dat de ouders weer bij elkaar komen.
  • Boosheid niet toegeven maar afreageren op bijvoorbeeld een zusje of vriendje.
  • Overdreven behulpzaam of gemakkelijk zijn (vaak meisjes). Proberen het beide ouders naar de zin te maken.
  • Denken dat de ouder die hij minder ziet, niet meer van hem houdt.

 

Oudere basisschoolleerlingen

  • Gevoelens van machteloosheid en boosheid zijn het sterkst.
  • Afreageren op andere kinderen, broertjes en zusjes.
  • Gevoelig voor de druk die ouders soms op hen uitoefenen. Ze kiezen dan partij voor één van hen.
  • Eigen wensen en behoeften niet uiten en er het beste van maken.

 

Pubers

  • Boos op de ouders. Vinden dat zij niet genoeg hun best hebben gedaan.
  • Van streek zijn. Meisjes zijn vooral kwaad, jongens verdrietig.
  • Zich zorgen maken over de ouders.
  • Zich zorgen maken over de eigen toekomstige relaties.
  • Afleiding buitenshuis zoeken. In het extreme geval zich afwenden van thuis en vluchten in drank, drugs en verkeerde vrienden. Met name meisjes in extreme seksuele ongeremdheid.
  • Te grote verantwoordelijkheden overnemen van de afwezige ouder.

Wilt u een probleem voorleggen aan één van onze consulenten? Kijk wie er nu beschikbaar zijn.