Zwart geld is “inkomen of vermogen dat niet wordt aangegeven, bijvoorbeeld bij de Belastingdienst”. Over dit geld is of wordt geen enkele belasting of heffing betaald. Omdat dit geld niet bekend is bij de overheid, wordt er geen rekening mee gehouden bij inkomensafhankelijke regelingen zoals toeslagen of het krijgen van een uitkering.
Er zijn twee soorten zwart geld:
- ‘gewoon’ zwart geld. Dat geld is verdiend op een legale manier door bijvoorbeeld bij te klussen ’s avonds of in het weekend/ maar is niet aangegeven bij de Belastingdienst.
- ‘pikzwart’ geld. Dat geld is op illegale wijze verkregen. Bijvoorbeeld geld dat komt uit drugshandel, inbraak, diefstal, oplichting en het ontvangen van steekpenningen.
Als u gaat scheiden en het zwarte geld is nog niet ‘opgemaakt’ dan behoort dit geld, afhankelijk van uw relatievorm, misschien wel tot uw gemeenschappelijke vermogen. In dat geval hebben u en uw ex-partner beiden recht op de helft van dat zwarte geld. Een eventueel positief banksaldo op een buitenlandse bankrekening of een potje met contant geld moet dus tijdens het scheidingsproces wel meegenomen worden.
Of u en of uw ex-partner zwart geld aangeven bij de Belastingdienst en in het convenant opnemen, is uw beslissing. Als zwart geld ter sprake komt, kan een scheidingsprofessional alleen maar adviseren om dit geld alsnog zo snel mogelijk aan te geven bij de fiscus. Als de Belastingdienst er later achter komt dat u zwart geld heeft (gehad), kan meteen een belastingheffing worden opgelegd, plus wettelijke rente, plus een boete. Bovendien loopt u het risico dat uw ex-partner uit boosheid alsnog melding doet bij de Belastingdienst met alle gevolgen van dien.