BEL 0900-0609, toets het nummer in van de door u gekozen consulent en bespreek direct uw probleem (90 ct/min)

Partneralimentatie

Deze blog behandelt de volgende onderwerpen met betrekking tot partneralimentatie:

Wat is partneralimentatie?

Partneralimentatie is een periodieke bijdrage voor het levensonderhoud voor de ex-partner.

Bij de bepaling van partneralimentatie wordt onder andere gekeken naar de financiële situatie van u en uw ex-partner en of een verstrekking van partneralimentatie wel reëel en betaalbaar is.

 

Waarom bestaat partneralimentatie?

De partneralimentatie is ervoor om, binnen bepaalde grenzen, de ex-partner met het laagste inkomen tegemoet te komen in de kosten van het levensonderhoud.

Partneralimentatie is gebaseerd op de lotsverbondenheid die tussen de ex-partners is ontstaan door huwelijk of geregistreerd partnerschap. Dit is zo bepaald in onze wetgeving. Die lotsverbondenheid eindigt niet door ontbinding van het huwelijk of het partnerschap, maar loopt nog door zolang één van de partners niet in voldoende mate in het eigen onderhoud kan voorzien.

 

Wanneer kan er sprake zijn van partneralimentatie?

Van partneralimentatie kan alleen sprake zijn als:

  • u gehuwd of geregistreerd partner bent ÉN
  • er na de scheiding een inkomensverschil is tussen de ex-partners.

 

Ex-samenwoners zijn dus wettelijk niet verplicht om partneralimentatie te betalen. Maar als die wens er wel is, dan kan dat evengoed toch geregeld worden.

Huwelijkse voorwaarden of voorwaarden bij een geregistreerd partnerschap hebben geen invloed op het recht op partneralimentatie, al wordt vaak gedacht dat dat wel zo is.

De minst draagkrachtige ex-partner heeft het recht heeft op partneralimentatie. Er is dus bij een scheiding altijd maar één ex-partner die recht heeft op partneralimentatie.

Als de alimentatiegerechtigde partner inmiddels duurzaam samenleeft met een nieuwe partner dan vervalt de alimentatieplicht.

Tremanormen

Alimentatie wordt berekend volgens landelijke richtlijnen. Deze richtlijnen staan in het Rapport Alimentatienormen, ook wel het Tremarapport of Tremanormen genoemd.

De Tremanormen worden gebruikt als richtlijn om de behoeftigheid, de behoefte en de draagkracht vast te stellen

Het Rapport Alimentatienormen wordt opgesteld door de Expertgroep Alimentatienormen die bestaat uit een aantal rechters in samenwerking met het NIBUD. Het doel van het rapport Alimentatienormen is de uitkomst in alimentatiezaken zo voorspelbaar mogelijk te maken.

De Tremanormen zijn geen wet maar aanbevelingen. Van de tremanormen kan in individuele gevallen dan ook worden afgeweken. Een rechter zal alleen van de tremanormen afwijken als het hanteren van de tremanormen tot ongewenste financiële situaties leidt.

 

Hoe wordt partneralimentatie berekend?

De berekening van partneralimentatie houdt bij beide ex-partners rekening met het inkomen, het vermogen, het draagkrachtloze inkomen en de draagkrachtruimte.

Eerst wordt berekend of een van de partners behoefte heeft aan alimentatie: de behoefteberekening (stap 1 t/m 3).

Is er inderdaad behoefte? Dan wordt berekend of- en in welke mate de alimentatieplichtige kan bijdragen in de behoefte: de draagkrachtberekening (stap 4).

Tot slot wordt gecheckt of er geen scheve inkomensverdeling ontstaat als er behoefte is en er is draagkracht om te betalen. Dat wordt gedaan middels een jus-vergelijking (stap 5).

De hoogte van de partneralimentatie wordt dus bepaald in 5 stappen:

  1. Het berekenen van de huwelijksgerelateerde behoefte
  2. Het bepalen van het eigen netto inkomen én eventuele verdiencapaciteit
  3. Berekening van de aanvullende behoefte
  4. Berekening van de maximale draagkrachtruimte
  5. Jusvergelijking

 

STAP 1 Berekening huwelijksgerelateerde behoefte

Bij het vaststellen van de hoogte van de partneralimentatie wordt eerst gekeken naar hoeveel iemand nodig heeft: zijn of haar behoefte. De hoogte van die behoefte wordt gebaseerd op de welstand tijdens het huwelijk. Daarom noemt men dit de huwelijks gerelateerde behoefte.

Uitgangspunt hierbij is dat de welvaart die tijdens het huwelijk bestond ook na scheiding zoveel mogelijk blijft bestaan.

 

Hoe wordt de huwelijksgerelateerde behoefte berekend?

De huwelijksgerelateerde behoefte kan op twee manieren worden berekend:

 

Methode 1: De Hofnorm

Bij deze methode bedraagt de huwelijksgerelateerde behoefte 60% van het netto gezinsinkomen vóór de scheiding. Dit wordt als volgt berekend:

  • Het netto besteedbaar inkomen van beide partners tijdens het huwelijk wordt bij elkaar opgeteld. Dit is het netto besteedbaar gezinsinkomen.
  • Als er kinderen uit het huwelijk/geregistreerd partnerschap zijn, dan wordt het bedrag van de behoefte van de kinderen van het netto besteedbaar gezinsinkomen afgetrokken.
  • Van dit bedrag wordt 60% genomen. Deze 60% is de huwelijks gerelateerde behoefte van de beide partners afzonderlijk.

 

Methode 2: De daadwerkelijke behoefte

De daadwerkelijke behoefte wordt berekend aan de hand van de eigen inkomsten en lasten van de alimentatiegerechtigde partner.

De eerste methode wordt het vaakst toegepast. De tweede methode wordt vooral gebruikt door mensen die in goed overleg scheiden. De uitkomsten van de twee methoden kunnen verschillen.

 

STAP 2 Het bepalen van het eigen netto inkomen

In stap 2 wordt het eigen netto inkomen van de alimentatiegerechtigde bepaald. Daarbij wordt niet alleen gekeken naar wat iemand daadwerkelijk verdient, maar er wordt ook gekeken naar verdiencapaciteit. Dit is wat je zou kunnen verdienen als je bijvoorbeeld betaald werk zou doen in plaats van vrijwilligerswerk, of als je meer uren zou gaan werken.

Een alimentatiegerechtigde heeft de inspanningsverplichting om in het eigen onderhoud te voorzien.  Als een rechter oordeelt dat iemand zijn of haar ervaring en/of opleiding onvoldoende benut om aan het werk te komen terwijl de arbeidsmarkt voldoende kansen biedt, dan kan de partneralimentatie worden verlaagd.

 

STAP 3 Berekening van de aanvullende behoefte

De aanvullende behoefte is de behoefte aan een onderhoudsbijdrage, aan partneralimentatie. De aanvullende behoefte bestaat uit het verschil tussen de huwelijksgerelateerde behoefte en het eigen netto besteedbaar inkomen van de alimentatiegerechtigde partner.

U berekent de aanvullende behoefte dus door het netto inkomen van de alimentatiegerechtigde (of de verdiencapaciteit!) van de huwelijksgerelateerde behoefte af te trekken.

Daarmee is de aanvullende behoefte vastgesteld: het bedrag dat de alimentatiegerechtigde zou moeten ontvangen om op hetzelfde welstandsniveau te blijven als tijdens het huwelijk.

 

STAP 4 Berekening van de maximale draagkrachtruimte

Het bedrag van de aanvullende behoefte is niet per definitie het bedrag dat aan partneralimentatie betaald moet gaan worden. Er wordt (o.a.) ook gekeken naar de omvang van de beschikbare draagkrachtruimte van de alimentatieplichtige, dat wil zeggen hoeveel de alimentatieplichtige kan missen. Met andere woorden: de draagkrachtberekening laat zien in hoeverre de alimentatieplichtige aan de behoefte van de alimentatiegerechtigde kan voldoen.

 

Hoe wordt de maximale draagkrachtruimte berekend?

Een partneralimentatieberekening gaat als volgt:

A. Berekening van het totale netto besteedbaar maandinkomen
Eerst wordt van beide partners het totale besteedbare netto inkomen berekend. Deze berekening kan gebaseerd zijn op het bruto-maandsalaris (de bruto-methode) en op het netto-maandsalaris (de netto-methode).
Bij de bruto-methode worden van het bruto salaris afgetrokken: aftrekposten, belasting, sociale premies, heffingen etc..
Bij de netto-methode wordt bij het netto maandsalaris de vakantietoeslag per maand opgeteld.

B. Berekening van de netto draagkrachtruimte per maand
Vervolgens wordt een draagkrachtberekening gemaakt waarbij de draagkrachtruimte netto per maand wordt berekend om te bepalen of één van de ex-partners na de scheiding de partneralimentatie kan opbrengen. Dit wordt gedaan door een aantal kosten van het besteedbaar netto maandinkomen af te trekken:

  • Bijstandsnorm (alleenstaande (ouder), co-ouderschap, (ouder) met nieuwe partner)
  • Extra uitgaven (Woonlasten, premie ziektekosten, premie uitvaartverzekering, herinrichtingskosten, aflossing van schulden)
  • Uitgaven voor welstand (Luxe uitgaven zoals vakanties, bijzondere hobby’s etc..)

Uit de draagkrachtberekening moet blijken of er een nettobedrag overblijft om de andere ex-partner te kunnen betalen.

C. Berekening maximale partneralimentatie netto per maand
Niet de gehele draagkrachtruimte is beschikbaar voor alimentatie, maar slechts een deel daarvan. Daarom wordt in stap 3 een bepaald percentage van de draagkracht berekend. Dit bedrag is het maximale wat u aan partneralimentatie kunt ontvangen of betalen. Welk percentage dat is? Dat is afhankelijk van de alimentatiesoort, de gehanteerde bruto- of nettomethode en de feitelijke woonsituatie van de alimentatieplichtige.

D. Omrekening van netto naar bruto
Tot slot moet de partneralimentatie worden omgezet van netto per maand naar bruto per maand. De alimentatieplichtige ex-partner betaalt namelijk een brutobedrag en ontvangt hierover belasting terug. De alimentatiegerechtigde ex-partner moet over dit bedrag juist inkomstenbelasting betalen.

STAP 5 Jus-vergelijking

Het is niet de bedoeling dat door het betalen en ontvangen van de berekende alimentaties een wanverhouding ontstaat tussen de inkomens van de ex-partners. Door allerlei heffingskortingen, toeslagen en belastingen kan bij beide ex-partners kan het voorkomen dat de alimentatiegerechtigde uiteindelijk een hoger netto besteedbaar maandinkomen heeft dan de alimentatieplichtige. Een jus-vergelijking herstelt deze balans. Uitgangspunt daarbij is dat een alimentatiegerechtigde geen betere financiële positie krijgt dan de alimentatieplichtige.

 

Hoeveel partneralimentatie moet er uiteindelijk worden betaald?

De volgende drie bedragen uit de berekening zijn van belang voor het bepalen van de uiteindelijke partneralimentatie:

  • De maximale alimentatie volgens de behoefte van de alimentatiegerechtigde
  • De maximale draagkrachtruimte van de alimentatieplichtige ná betaling van eventuele kinderalimentatie
  • De maximale alimentatie volgens de jus-vergelijking

De laagste van die drie bedragen is het uiteindelijke bedrag aan partneralimentatie.

 

De partneralimentatie is dus:

  • nooit hoger dan dat er behoefte is
  • nooit meer dan de alimentatieplichtige kan missen
  • nooit zo hoog dat degene die partneralimentatie ontvangt een betere financiële situatie heeft dan degene die betaalt.

 

Kinderalimentatie gaat vóór partneralimentatie

Kinderalimentatie gaat altijd vóór partneralimentatie. Dat betekent dat u éérst kinderalimentatie betaalt. Heeft u dan nog draagkracht over én er is een plicht tot partneralimentatie, dan is alleen de resterende draagkracht voor partneralimentatie beschikbaar.

Dus als uw ex-partner recht heeft op partneralimentatie, maar u heeft door het betalen van kinderalimentatie geen financiële draagkracht meer over, dan kunt u geen partneralimentatie betalen.

 

Per wanneer gaat de partneralimentatie in?

Bij een overlegscheiding bepaalt u samen in overleg wat een geschikte ingangsdatum is. Bij een conflictscheiding is de ingangsdatum van de alimentatie de definitieve datum van de scheiding of de einddatum van het partnerschap. Tot die datum is het uitgangspunt dat alle kosten van de huishouding door de partners gezamenlijk betaald worden of dat de partner met meer inkomen de andere partner daarin compenseert.

Duur van de partneralimentatie

De betalingsperiode van partneralimentatie aan een ex-partner van een huwelijk of geregistreerd partnerschap met ten minste één eigen kind is maximaal 12 jaar. Een kortere periode is ook mogelijk als ex-partners dat zelf wensen. In zeer uitzonderlijke gevallen kan na 12 jaar een verlenging van de duur van de partneralimentatie worden aangevraagd.

Bij ex-partners zonder eigen kind is de wettelijke duur gelijk aan de relatieperiode van het huwelijk of het geregistreerd partnerschap als dat korter dan 5 jaar heeft geduurd.

Als het huwelijk of geregistreerd partnerschap minstens 5 jaar heeft geduurd, is wettelijk gezien de alimentatieperiode ook 12 jaar. Scheidingen die vóór 1 juli 1994 tot stand zijn gekomen kennen zelfs geen wettelijke (maximale) termijn voor partneralimentatie. In die gevallen geldt dat de vastgestelde termijn van de rechter van toepassing is of een door de ex-partners onderling afgesproken andere termijn.
Als de alimentatieplichtige ex-partner komt te overlijden, vervalt de alimentatieverplichting. In sommige gevallen heeft de nabestaande ex- partner dan recht op een partnerpensioen als vervangend inkomen. De partneralimentatie komt ook te vervallen bij het aangaan van een
nieuwe partnerrelatie door de ontvanger van de alimentatie, zoals een nieuw huwelijk, een nieuw geregistreerd partnerschap of als men gaat samenwonen met een nieuwe partner. In het scheidingsconvenant kunnen u en uw ex-partner afwijkende afspraken maken over het wel of niet definitief vervallen van partneralimentatie waaronder het afspreken van een proeftijd voor samenleving.

De verplichting tot het betalen van partneralimentatie vervalt bij een nieuw huwelijk, geregistreerd partnerschap of samenwoning. Hiervan kunt u echter afwijken. Bijvoorbeeld doordat u afspreekt dat een recht op alimentatie herleeft als de samenleving korter heeft geduurd dan bijvoorbeeld 6 maanden. Dit is alleen mogelijk als dit in een scheidingsconvenant is vastgelegd. In alle andere situaties komt de partneralimentatie definitief te vervallen.

 

Hoe gaat de Belastingdienst om met partneralimentatie?

Voor de ex-partner die partneralimentatie betaalt is het bedrag aan partneralimentatie aftrekbaar van de inkomstenbelasting onder de noemer ‘persoonsgebonden aftrek levensonderhoud ex-partner’.

Dat kan op twee manieren:

  • inééns, zoals na de betaling van een afkoopsom partneralimentatie
  • in termijnen, bijvoorbeeld maandelijkse betalingen.

Voor de ex-partner die de partneralimentatie ontvangt, is de ontvangen partneralimentatie juist belast als inkomen uit werk en woning (box 1). Voor de ontvanger is de partneralimentatie dus een bruto bedrag waarover

Hij of zij aan het einde van ieder jaar belasting, sociale premies en de inkomensafhankelijke bijdrage voor de Zorgverzekeringswet (Zvw)moet betalen,

Soms kan een flink belastingvoordeel behaald worden door de partneralimentatie ineens of in grote delen te betalen. De betalende ex-partner kan dan ineens of in grote delen het forse bedrag aftrekken van zijn belastbaar inkomen. De ontvanger van de partneralimentatie kan vaak belast worden tegen een lager tarief dan dat de betaler betaalt. U kunt er ook voor kiezen om de afkoopsom naar een verzekeraar te storten in een zogenoemde alimentatieverzekering. De verzekeraar zal de koopsom in delen periodiek uitkeren aan uw ex-partner. Een financieel deskundige kan u hierin adviseren.

Let op! Partneralimentatie is alleen aftrekbaar als deze na de scheiding betaald is, óf als de partneralimentatie in termijnen is betaald vanuit een onderhoudsverplichting en de ex-partners duurzaam gescheiden leefden, zoals bij een voorlopige voorziening. Een betaalde afkoopsom partneralimentatie v66r de scheiding is dus niet aftrekbaar, maar wordt dan wel bij de ontvanger mogelijk volledig belast.

Tip! Als u partneralimentatie betaalt, doe dit dan altijd per bank met een duidelijke omschrijving. Zo kunt u later aan de Belastingdienst altijd aantonen dat u de partneralimentatie heeft betaald.

Fictieve partneralimentatie

Let op! De Belastingdienst kan van mening zijn dat er -naast het afgesproken bedrag aan partneralimentatie- ook sprake is van ‘fictieve partneralimentatie’.

 

Indexatie van partneralimentatie

Omdat de kosten voor het levensonderhoud van de ex-partner in principe jaarlijks stijgen, wordt in de meeste gevallen de partneralimentatie jaarlijks wettelijk verhoogd. Voor 2019 is dat 2%. De alimentatieplichtige is verplicht om de partneralimentatie jaarlijks te verhogen met de wettelijke indexering, behalve als er een aparte clausule is opgenomen dat er expliciet van indexatie wordt afgezien. Als de alimentatieplichtige de indexering onterecht niet heeft betaald, kan over een periode van maximaal vijf jaar de indexering alsnog gevorderd worden.

 

Partneralimentatie wijzigen

Het is mogelijk om de partneralimentatie na de scheiding te wijzigen.

Een alimentatieplichtige ex-partner zal meestal een verlaging van de alimentatie wensen, de alimentatiegerechtigde juist een verhoging.

De beste manier om tot een wijziging van de partneralimentatie te komen is samen in goed overleg, eventueel met behulp van een mediator. Lukt dit niet dan kunt u een wijziging opeisen bij de rechtbank via een advocaat als er sprake is van een ‘wettelijke herzieningsgrond’.
Een wettelijk herzieningsgrond is een (wettelijk) gerechtvaardigde reden om de alimentatie te wijzigen. Herzieningsgronden voor wijziging van de alimentatie kunnen bijvoorbeeld zijn:

  • Verlaging van het inkomen buiten eigen schuld, bij ontslag of langdurige ziekte, waardoor de draagkracht afneemt.
  • Een structurele verhoging van het inkomen van één of beide partners waardoor de draagkracht toeneemt.
  • Een wijziging in de lasten van de ex-partner, bijvoorbeeld door een gedwongen verhuizing, waardoor de uitgaven stijgen.
  • Het winnen van een grote prijs of het verkrijgen van een aanzienlijke erfenis waardoor het vermogen toeneemt.

Wijziging in overleg

Een wijziging van de partneralimentatie kan in goed onderling overleg gaan. Leg wijzigingen van alimentatie altijd schriftelijk vast in een overeenkomst of addendum. Ook als het om het verlagen of het stoppen van de alimentatie gaat.
Om er voor te zorgen dat de alimentatieplichtige het recht op  belastingaftrek houdt is het belangrijk dat in de schriftelijke overeenkomst of addendum duidelijk staat dat de verhoging of verlaging van de partneralimentatie onderdeel is van een alimentatieovereenkomst en dat de betalingen bedoeld zijn voor de kosten van levensonderhoud.

 

Wijziging via een juridische procedure

Als één van de ex-partners de alimentatie wil wijzigen maar de andere partner werkt niet mee, dan kan men met een advocaat naar een rechter stappen. Het overleggen van inkomens- en vermogensgegevens is dan voor beide partijen verplicht. Een rechter beslist of en in welke verhouding alimentatie (door)betaald moet worden. U moet zich realiseren dat de kosten van procederen, zoals advocaatkosten, griffierechten en overige kosten, wel moeten opwegen tegen de alimentatie die het oplevert. Als de betalingstermijn nog maar kort is, kan het praktischer zijn om hiervan af te zien.

Alimentatie wordt bijna nooit met terugwerkende kracht gewijzigd. Rechters
zijn terughoudend om de hoogte van de alimentatie met terugwerkende kracht te wijzigen of bepalen nadrukkelijk dat € 0,- moet worden terugbetaald. De voornaamste reden hiervoor bij een lagere vaststelling van de alimentatie met terugwerkende kracht is dat het vergaande gevolgen kan hebben voor de alimentatiegerechtigde. Deze zal immers het bedrag dat hij te veel heeft ontvangen moeten terugbetalen.

Voorwaardelijk afzien van partneralimentatie

Het is heel goed mogelijk dat er, op het moment van scheiding, geen draagkracht is bij de alimentatieplichtige om partneralimentatie te betalen. Dit terwijl de alimentatiegerechtigde wel behoefte heeft aan partneralimentatie. Als de draagkracht van de alimentatieplichtige in de (nabije) toekomst wel verwacht wordt toe te nemen, kunt u samen afspreken dat de gerechtigde van partneralimentatie ‘onder voorwaarden afziet’ van alimentatie. Hiervoor kunt u een extra clausule opnemen in het scheidingsconvenant.
Als de draagkracht bij de alimentatieplichtige is toegenomen en de alimentatiegerechtigde kan nog steeds niet in eigen levensonderhoud voorzien, kan een berekening gemaakt worden en betaling van partneralimentatie starten. De draagkracht kan toegenomen zijn door bijvoorbeeld:

  • het afnemen van bepaalde lasten in de huishouding
  • doordat schulden inmiddels zijn afgelost
  • door een hoger inkomen
  • door het wegvallen van kinderalimentatie.

Definitief afzien van partneralimentatie

Als de alimentatiegerechtigde geen aanspraak maakt of wil maken, kan ook definitief afgezien worden van partneralimentatie. Als u en uw ex-partner besluiten om definitief van partneralimentatie af te zien, wordt de partneralimentatie op € 0,- vastgesteld en komt er een aparte clausule in het scheidingsconvenant: het ‘niet-wijzigingsbeding’.

Als blijkt dat er sprake is van een zeer ingrijpende wijziging van omstandigheden bij de alimentatieplichtige kan een ‘niet- wijzigingsbeding’ toch vernietigd worden.

De alimentatieplichtige moet, bij het afzien van partneralimentatie door de gerechtigde, zich ervan bewust zijn dat als de ex-partner een beroep doet op een bijstandsuitkering, de betreffende gemeente mogelijk een verhaalsrecht heeft op de alimentatieplichtige.

De gemeente kan dan eventueel zelf een alimentatieberekening en/of inkomenstoets laten uitvoeren en de alimentatieplichtige alsnog alimentatie laten betalen zodat het verstrekken van een bijstandsuitkering aan de ex-partner (deels) niet meer nodig is.

Als de alimentatie al is vastgelegd in een convenant of door een uitspraak van een rechter kan de gemeente direct beslag laten leggen op inkomen en/of vermogen van de alimentatieplichtige omdat er dan sprake is van een executoriale titel.

 

Uitruilen van kinderalimentatie tegen partneralimentatie

Soms kiezen mensen ervoor om kinderalimentatie uit te ruilen tegen partneralimentatie. Dat kan voordelen hebben, bijvoorbeeld bij het rondkrijgen van een hypotheek, maar het heeft zeker ook nadelen.

 

Afdwinging inning partneralimentatie

Als de partneralimentatie niet wordt betaald kan het LBIO worden ingeschakeld om de achterstallige partneralimentatie te incasseren. Dat kan alleen als de partneralimentatie een executoriale titel heeft.

Partneralimentatie heeft een ‘executoriale titel’ als de alimentatie:

  • is vastgelegd in een scheidingsconvenant dat is gehecht aan de scheidingsuitspraak
  • is vastgesteld door een rechter
  • is vastgelegd in een notariële akte

Aan het inschakelen van het LBIO zijn voor de alimentatiegerechtigde geen kosten verbonden. De ex-partner wordt dringend verzocht om de alimentatie, de incassokosten en de eventuele rente te vergoeden. Het LBIO kan met de executoriale titel ook beslag laten leggen op het salaris of het vermogen van de ex-partner. Meer hierover lees je in de blog ‘Help, mijn ex betaalt de alimentatie niet’.

Tip! Als u alimentatie betaalt, doe dit dan altijd per bank met een duidelijke omschrijving. Zo kunt u later aan uw ex-partner of het LBIO  altijd aantonen dat u de alimentatie heeft betaald.

Wat als u partneralimentatie ontvangt en uw ex-partner komt te overlijden?

Als u gescheiden bent, partneralimentatie ontvangt (of daar recht op had) en uw ex-echtgenoot komt te overlijden, dan kunt u mogelijk een nabestaandenuitkering Anw krijgen. De Anw is net zo hoog als de partneralimentatie tot aan een bepaald maximum.

De voorwaarden om Anw te ontvangen staan op de website van het SVB.

Wilt u een probleem voorleggen aan één van onze consulenten? Kijk wie er nu beschikbaar zijn.

Posted in Alimentatie